onvoltooid tegenwoordige tijdpresent
ik maak bekend
jij/je maakt bekend
hij/zij/het/u maakt bekend
wij/we maken bekend
jullie maken bekend
zij/ze maken bekend
onvoltooid verleden tijdpast
ik maakte bekend
jij/je maakte bekend
hij/zij/het/u maakte bekend
wij/we maakten bekend
jullie maakten bekend
zij/ze maakten bekend
voltooid tegenwoordige tijdpresent perfect
ik heb bekendgemaakt
jij/je hebt bekendgemaakt
hij/zij/het/u heeft bekendgemaakt
wij/we hebben bekendgemaakt
jullie hebben bekendgemaakt
zij/ze hebben bekendgemaakt
voltooid verleden tijdpast perfect
ik had bekendgemaakt
jij/je had bekendgemaakt
hij/zij/het/u had bekendgemaakt
wij/we hadden bekendgemaakt
jullie hadden bekendgemaakt
zij/ze hadden bekendgemaakt
onvoltooid toekomende tijdfuture
ik zal bekendmaken
jij/je zult bekendmaken
hij/zij/het/u zal bekendmaken
wij/we zullen bekendmaken
jullie zullen bekendmaken
zij/ze zullen bekendmaken
voltooid toekomende tijdfuture perfect
ik zal hebben bekendgemaakt
jij/je zult hebben bekendgemaakt
hij/zij/het/u zal hebben bekendgemaakt
wij/we zullen hebben bekendgemaakt
jullie zullen hebben bekendgemaakt
zij/ze zullen hebben bekendgemaakt
onvoltooid verleden toekomende tijdconditional
ik zou bekendmaken
jij/je zou bekendmaken
hij/zij/het/u zou bekendmaken
wij/we zouden bekendmaken
jullie zouden bekendmaken
zij/ze zouden bekendmaken
voltooid verleden toekomende tijdconditional perfect
ik zou hebben bekendgemaakt
jij/je zou hebben bekendgemaakt
hij/zij/het/u zou hebben bekendgemaakt
wij/we zouden hebben bekendgemaakt
jullie zouden hebben bekendgemaakt
zij/ze zouden hebben bekendgemaakt
gebiedende wijsimperative
jij/je maak bekend
hij/zij/het/u maakt bekend
wij/we laten we bekendmaken
jullie maak bekend
tegenwoordig deelwoord: bekendmakend
voltooid deelwoord: bekendgemaakt
Onvoltooid tegenwoordige tijdPresent:
De agent maakt zich bekend.
The officer identifies himself.
Het bedrijf maakt de update bekend.
The company announces the update.
Voltooid tegenwoordige tijdPresent perfect:
Hij heeft zich aan de deur bekendgemaakt.
He has identified himself at the door.
Zij hebben de uitslag bekendgemaakt.
They have announced the results.
Gebiedende wijsImperative:
Maak je bekend bij de receptie.
Identify yourself at reception.
Maak de winnaars bekend.
Announce the winners.