Display tenses in English

onvoltooid tegenwoordige tijdpresent

ik e-mail

jij/je e-mailt

hij/zij/het/u e-mailt

wij/we e-mailen

jullie e-mailen

zij/ze e-mailen

onvoltooid verleden tijdpast

ik e-mailde

jij/je e-mailde

hij/zij/het/u e-mailde

wij/we e-mailden

jullie e-mailden

zij/ze e-mailden

voltooid tegenwoordige tijdpresent perfect

ik heb ge-e-maild

jij/je hebt ge-e-maild

hij/zij/het/u heeft ge-e-maild

wij/we hebben ge-e-maild

jullie hebben ge-e-maild

zij/ze hebben ge-e-maild

voltooid verleden tijdpast perfect

ik had ge-e-maild

jij/je had ge-e-maild

hij/zij/het/u had ge-e-maild

wij/we hadden ge-e-maild

jullie hadden ge-e-maild

zij/ze hadden ge-e-maild

onvoltooid toekomende tijdfuture

ik zal e-mailen

jij/je zult e-mailen

hij/zij/het/u zal e-mailen

wij/we zullen e-mailen

jullie zullen e-mailen

zij/ze zullen e-mailen

voltooid toekomende tijdfuture perfect

ik zal hebben ge-e-maild

jij/je zult hebben ge-e-maild

hij/zij/het/u zal hebben ge-e-maild

wij/we zullen hebben ge-e-maild

jullie zullen hebben ge-e-maild

zij/ze zullen hebben ge-e-maild

onvoltooid verleden toekomende tijdconditional

ik zou e-mailen

jij/je zou e-mailen

hij/zij/het/u zou e-mailen

wij/we zouden e-mailen

jullie zouden e-mailen

zij/ze zouden e-mailen

voltooid verleden toekomende tijdconditional perfect

ik zou hebben ge-e-maild

jij/je zou hebben ge-e-maild

hij/zij/het/u zou hebben ge-e-maild

wij/we zouden hebben ge-e-maild

jullie zouden hebben ge-e-maild

zij/ze zouden hebben ge-e-maild

gebiedende wijsimperative

jij/je e-mail

hij/zij/het/u e-mailt u

wij/we laten we e-mailen

jullie e-mail