onvoltooid tegenwoordige tijdpresent
ik kopieer
jij/je kopieert
hij/zij/het/u kopieert
wij/we kopiëren
jullie kopiëren
zij/ze kopiëren
onvoltooid verleden tijdpast
ik kopieerde
jij/je kopieerde
hij/zij/het/u kopieerde
wij/we kopieerden
jullie kopieerden
zij/ze kopieerden
voltooid tegenwoordige tijdpresent perfect
ik heb gekopieerd
jij/je hebt gekopieerd
hij/zij/het/u heeft gekopieerd
wij/we hebben gekopieerd
jullie hebben gekopieerd
zij/ze hebben gekopieerd
voltooid verleden tijdpast perfect
ik had gekopieerd
jij/je had gekopieerd
hij/zij/het/u had gekopieerd
wij/we hadden gekopieerd
jullie hadden gekopieerd
zij/ze hadden gekopieerd
onvoltooid toekomende tijdfuture
ik zal kopiëren
jij/je zult kopiëren
hij/zij/het/u zal kopiëren
wij/we zullen kopiëren
jullie zullen kopiëren
zij/ze zullen kopiëren
voltooid toekomende tijdfuture perfect
ik zal hebben gekopieerd
jij/je zult hebben gekopieerd
hij/zij/het/u zal hebben gekopieerd
wij/we zullen hebben gekopieerd
jullie zullen hebben gekopieerd
zij/ze zullen hebben gekopieerd
onvoltooid verleden toekomende tijdconditional
ik zou kopiëren
jij/je zou kopiëren
hij/zij/het/u zou kopiëren
wij/we zouden kopiëren
jullie zouden kopiëren
zij/ze zouden kopiëren
voltooid verleden toekomende tijdconditional perfect
ik zou hebben gekopieerd
jij/je zou hebben gekopieerd
hij/zij/het/u zou hebben gekopieerd
wij/we zouden hebben gekopieerd
jullie zouden hebben gekopieerd
zij/ze zouden hebben gekopieerd
gebiedende wijsimperative
jij/je kopieer
hij/zij/het/u kopieert u
wij/we laten we kopiëren
jullie kopieer
tegenwoordig deelwoord: kopiërend
voltooid deelwoord: gekopieerd