Display tenses in English

onvoltooid tegenwoordige tijdpresent

ik weiger

jij/je weigert

hij/zij/het/u weigert

wij/we weigeren

jullie weigeren

zij/ze weigeren

onvoltooid verleden tijdpast

ik weigerde

jij/je weigerde

hij/zij/het/u weigerde

wij/we weigerden

jullie weigerden

zij/ze weigerden

voltooid tegenwoordige tijdpresent perfect

ik heb geweigerd

jij/je hebt geweigerd

hij/zij/het/u heeft geweigerd

wij/we hebben geweigerd

jullie hebben geweigerd

zij/ze hebben geweigerd

voltooid verleden tijdpast perfect

ik had geweigerd

jij/je had geweigerd

hij/zij/het/u had geweigerd

wij/we hadden geweigerd

jullie hadden geweigerd

zij/ze hadden geweigerd

onvoltooid toekomende tijdfuture

ik zal weigeren

jij/je zult weigeren

hij/zij/het/u zal weigeren

wij/we zullen weigeren

jullie zullen weigeren

zij/ze zullen weigeren

voltooid toekomende tijdfuture perfect

ik zal hebben geweigerd

jij/je zult hebben geweigerd

hij/zij/het/u zal hebben geweigerd

wij/we zullen hebben geweigerd

jullie zullen hebben geweigerd

zij/ze zullen hebben geweigerd

onvoltooid verleden toekomende tijdconditional

ik zou weigeren

jij/je zou weigeren

hij/zij/het/u zou weigeren

wij/we zouden weigeren

jullie zouden weigeren

zij/ze zouden weigeren

voltooid verleden toekomende tijdconditional perfect

ik zou hebben geweigerd

jij/je zou hebben geweigerd

hij/zij/het/u zou hebben geweigerd

wij/we zouden hebben geweigerd

jullie zouden hebben geweigerd

zij/ze zouden hebben geweigerd

gebiedende wijsimperative

jij/je weiger

hij/zij/het/u weigert u

wij/we laten we weigeren

jullie weiger